skip to Main Content

Je bent van plan een piercing te laten aanbrengen.

De GGD vindt het van belang om je van tevoren te informeren over een aantal mogelijke risico´s. Omdat het bij het aanbrengen van een piercing gaat om een huiddoorborende handeling moet door een juiste werkwijze en een juist gebruik van de apparatuur voorkomen worden dat je besmet wordt met bloedoverdraagbare ziekten, zoals Hepatitis B en C.
Daarnaast kunnen door slechte verzorging en onhygiënische behandeling (zowel door jezelf als door de piercer) wondinfecties ontstaan die schadelijk zijn en je piercing er niet mooier op maken.

Voordat je een piercing laat aanbrengen word je gevraagd een toestemmingsformulier (een verklaring) in te vullen. In dit toestemmingsformulier staan onder andere een aantal vragen over je gezondheid. Onder de 16 jaar, en voor genitale piercing tussen de 16 en 18 jaar, is een piercing alleen toegestaan als je wordt begeleid door een van je ouders of je voogd. Zij moeten schriftelijk toestemming geven. Het invullen van het toestemmingsformulier is voor je eigen veiligheid. Het toestemmingsformulier blijft in het bezit van de piercer en wordt vertrouwelijk behandeld. Onder de 12 jaar kom je alleen in aanmerking voor een piercing in je oorlelletje.

Het aanbrengen van een piercing

Voor het aanbrengen van de piercing wordt de huid schoongemaakt en gedesinfecteerd. Het aanbrengen van een piercing moet steriel gebeuren. Dat wil zeggen; de naald en het sieraad die door je huid gaan, moeten uit een steriele verpakking komen en mogen niet met de blote handen worden aangeraakt. De piercer draagt tijdens het aanbrengen van je piercing handschoenen die vlak voor het aanbrengen van de piercing gedesinfecteerd worden met alcohol
70-80%. Het aanbrengen van een piercing kan heel even pijn doen. Het is de piercer echter verboden om je, zonder toestemming van een arts, te verdoven.

Het verzorgen van de piercing

Een pas aangebrachte piercing is te vergelijken met een diepe wond in je huid. Het is heel belangrijk dat je je piercing goed verzorgt. Je krijgt van de piercer een mondelinge en schriftelijke instructie mee over hoe je dat moet doen. In de instructie moet onder andere staan hoe de piercing verzorgd moet worden en dat je bij klachten (hevige roodheid, zwellen, pussen, wondvocht) contact moet opnemen met je huisarts. De wond die door het piercen is ontstaan heeft tijd en zorg nodig om te genezen. Het helen van een piercingwond duurt soms lang (van 4 weken tot 9 maanden). Bij sommige mensen ontstaat als gevolg van het aanbrengen van een piercing littekenweefsel. Bovendien kan het gebeuren dat de piercingwond lelijk geneest als deze ontstoken is geweest. Van sommige piercings is nog niet bekend wat de gevolgen zijn op latere leeftijd.

Je gezondheid

Als je lijdt aan een van de onderstaande gezondheidsklachten raadt de GGD je af om een piercing te laten aanbrengen:

  • Diabetes
  • Hemofilie.
  • Metaalovergevoeligheid.
  • Immuunstoornis.
  • Hart- en/of vaatafwijkingen.
  • Bij het gebruik van antistollingsmiddelen.
  • Op plaatsen waar je plastische chirurgie of radiotherapie hebt ondergaan.
  • Op plaatsen waar zich bulten, donkere moedervlekken, zwellingen of andere vormen van irritatie op je lichaam voordoen

Zorg dat je goed uitgerust bent, goed hebt gegeten en breng de piercer op de hoogte van zaken waarvan jij denkt dat ze belangrijk zijn (bijvoorbeeld medicijngebruik, allergieën, overgevoeligheidsreacties, epilepsie en dergelijke). Tijdens het aanbrengen van de piercing mag je niet onder invloed zijn van alcohol of drugs.

Back To Top